Wie

Wie doet aan voodoo?

Voodoo-aanhangers geloven dat één God de wereld heeft geschapen en dat er een heleboel goden, godinnen, geesten van voorouders

en andere onzichtbare krachten bestaan.

De geesten van goden kunnen in mensenlichamen wonen


Wie heeft voodoo bedacht?

Er is geen heilig voodoo-boek waarin staat wat gelovigen moeten doen. Of wat verboden is.

Aanhangers kennen de gewoonten en gebruiken omdat ze die van hun ouders leerden en die weer van hun ouders.

Er zijn wel boeken over voodoo.

Daarin staat hoe het geestenrijk met alle goden en godinnen in elkaar zit en wat de taken van de voodoo-priesters en priesteressen zijn.

 

Kerkhoofd

Het voodoo-geloof kent geen officiële leider.

Wel is er een verschil tussen belangrijke mensen, zoals priesters die de boodschappen van de goden uitleggen,

de gelovige die door een geest in trance -een soort droomtoestand- is gebracht en ‘gewone’ gelovigen


Wie is de voodoo God?

Voodoo-aanhangers geloven in het bestaan van één  God, een soort oppergod.

Die God is zó groot en machtig dat stervelingen er niet mee kunnen praten.

Deze God wordt nooit afgebeeld.

 

Boodschappers

Naast de oppergod zijn er nog een stuk of tien goden en godinnen.

Op Haïti, een eiland in het Caribische gebied waar veel voodoo-gelovigen wonen,

geloven ze dat deze goden en godinnen de kinderen zijn van de oppergod.

De geesten van deze goden kunnen in het lichaam van gelovigen zitten.

Als die gelovigen in trance zijn, geven ze de boodschappen van goden door aan de mensen.

 

 

 

 

 

Voodoo priesteres voor het portret van een van haar voorgangsters in het voodoomuseum

van New Orleans/Amerika

Verhalen

Over elke god en godin zijn verhalen waarin wordt uitgelegd met welk deel van het leven of de natuur die god of godin te maken heeft.

De één heerst over de lucht, de ander over de zee.

De ene god beschermt gelovigen tegen ziektes, de ander zorgt ervoor dat ze kinderen krijgen.

Elke god heeft zijn eigen symbolen en kleuren.

 

Fetish
Voodoo-aanhangers geloven ook dat er in voorwerpen goddelijke krachten zitten.

Zo’n voorwerp wordt ‘fetish’ genoemd.

Een voorbeeld hiervan zijn de poppetjes waarmee overleden tweelinghelften worden geëerd.

 

Eren
De nog levende tweelingzus of –broer zorgt heel goed voor de fetish.

Het poppetje krijgt eten, wordt gewassen en mooi aangekleed.

Dit is om de geesten te tonen dat de overledene niet wordt vergeten.

Als de nabestaanden goed voor het poppetje zorgen,

beschermt de geest van de overledene de levenden.

Als ze geen aandacht geven, kan de geest van overleden voorouder gevaarlijk worden

 

Gelovigen gebruiken een fetish om overledenen te eren