De belangrijkste mensen in het animisme zijn gelovigen die met de geesten praten en hun boodschappen begrijpen.

Zij brengen ook offers en doen de ceremonies.

Deze mensen heten overal anders: sjamanen, medicijnmannen, heksen.

Meestal zijn het mannen, maar ook vrouwen kunnen magische krachten hebben.

Sjamanen, heksen en medicijnmannen zijn de priesters van het animisme.

Ze gebruiken allerlei hulpmiddelen om in contact te komen met geesten: speciale trommels, maskers en andere magische voorwerpen.

Vaak is een sjamaan geboren in een familie van sjamanen.

Sommige familieleden moeten dan ook sjamaan worden.

Anderen worden aangewezen door een orakel of ze krijgen een voorspellende droom waaruit blijkt dat zij de taak van sjamaan moeten gaan vervullen.

Niemand kan dus zómaar sjamaan worden.

Hekserij is heel gewoon in het leven van een animist.

Elke gelovige kent wel een heks.

Dat is geen vrouw met een kromme neus en een wrat op haar kin, maar een gewoon mens, met een normaal uiterlijk.

Heksen vliegen ook niet met volle maan op een bezemsteel door de lucht,

maar animisten geloven wel dat heksen in korte tijd grote stukken kunnen reizen.

En ook dat ze zich in dieren kunnen veranderen. Meestal in een kat of uil