Offeren
Na de drie buigingen offert de boeddhist bloemen, kaarsen, wierook en voedsel.

Hiermee toont hij of zij hun eerbied voor de Boeddha en hun dankbaarheid voor zijn leer.

De boeddhist zweert trouw aan Boeddha, Dharma en Sangha en zegt de Vijf Voorschriften op.

Vijf voorschriften
In het dagelijks leven volgen boeddhisten een aantal richtlijnen, de Vijf Voorschriften:
1. Je mag geen levend wezen kwetsen of doden.
2. Je mag niet stelen.
3. Beheers je seksuele verlangens.
4. Je mag niet liegen.
5. Gebruik geen alcohol of drugs.

Offer: kaars
De kaarsen die boeddhisten offeren staan symbool voor het licht dat de leer van de Boeddha verspreidt.

De duisternis van de onwetendheid wordt hierdoor verdreven

Offer: bloemen
De bloemen die boeddhisten in de tempel achterlaten zullen snel verwelken en gaan dood.

Dit herinnert de boeddhist eraan dat niets blijvend is. Aan alles komt een einde.

Dit is geen vervelende gedachte voor een boeddhist, want als er aan iets een einde zit, dan is er ook een nieuw begin.

Offer: eten
Het eten dat in tempels wordt achtergelaten is bedoeld voor de monniken.

Door het offeren kunnen boeddhisten een goed ‘karma’ krijgen.

Je karma zijn de gevolgen van al jouw goede en slechte daden.

Veel goede daden brengen je dichter bij de toestand van vreugde en vrede.

Gebedsvlaggen