De Tora

Het heiligste joodse boek is de Tora.

Het is een perkamenten rol waarop boeken van Mozes zijn geschreven.

 

De kist

De Tora zit om twee houten rollers gewikkeld.

Om het geschrift te beschermen bewaren de joden hem zorgvuldig.

Oosterse joden gebruiken vaak een kist.

Andere joden bewaren de Tora in een geborduurde mantel.

De schrijver

De Torarollen moeten volgens oud gebruik met de hand geschreven worden. Dit is een vak apart.

De tekst wordt met een veren pen op speciaal perkament geschreven en er zijn strenge regels voor de schrijfwijze van de woorden.

Het schrijven van een Torarol duurt ongeveer een jaar. De schrijver schrijft van rechts naar links.

 

 

 

 

Het jatje.

Het jatje
Niemand mag de Torarollen aanraken. Daarom gebruiken de lezers een leeswijzer.

Deze heeft vaak de vorm van een handje. Hij wordt ook wel een jat genoemd, dat betekent hand


God en Mozes

De joden geloven dat ze door god uitgekozen zijn om de Tora te ontvangen.

Zeven weken nadat Mozes de Israëlieten uit Egypte had gehaald, beklom hij de berg Sinaï.

God heeft hem de Tora toen uitgelegd en Mozes opgedragen de geboden in stenen tafelen uit te houwen.

De stenen tafelen werden in een gouden kist, de Ark van het Verbond, bewaard.

 

Stenen tafelen
1.   Ik ben de enige ware god.
2.   Mensen mogen geen beelden van god maken
3.   Je mag niet vloeken
4.   Werk zes dagen en vereer god op de zevende dag
5.   Wees goed voor je ouders en houd veel van hen
6.   Je mag niemand doden
7.   Mannen en vrouwen moeten trouw zijn aan elkaar
8.  Je mag niet stelen
9.  Je mag niet liegen
10. Je moet proberen niet jaloers te zijn